Na een vlucht van ruim twaalf uur stonden we er dan, Hong Kong Airport. Dit is een vrij nieuw vliegveld welke geheel gebouwd is op een opgespoten eiland in zee. Het oude vliegveld waar je letterlijk langs de waslijnen met kleding lande is niet meer in gebruik. Voor ons wel jammer. Ik had het wel eens mee willen maken om met het uitzicht op de was en de balkonnetjes te landen.

Terwijl we bij de bagageband stonden te wachten op onze rugzakken zag ik vanuit m’n ooghoeken ineens iets bekend. Iets verderop stond iemand die erg veel leek op de jongen van roti shop. Het bleek hem inderdaad te zijn. Hij ging met z’n gezin op familiebezoek. Een rare gewaarwording om op het vliegveld van Hong Kong bekenden tegen te komen.
Eenmaal door de douane stonden we in een immens grote hal waar we voor de bussen alle kanten op konden. Heel leuk, welke kant stond nu de bus die we nodig hadden.
Een rondje door de hal leverde niet veel op, dus dan maar ergens vragen.
Bij Balie nr. 1 konden ze ons vertellen dat we een paar balies verderop moesten zijn en daar stonden ze al op ons te wachten.
Bij het reisbureau hadden we van te voren al vervoer en een hotel geregeld aangezien we de korte tijd die we hadden in Hong Kong niet wilden verdoen aan zoeken naar een slaapplaats.
De meneer van de balie legde ons uit waar onze bus stond en plakte vervolgens twee opzichtige stickers op onze borst.
In Azixc3xab zijn ze gek op twee dingen; visitekaartjes en stickers. Wanneer je ergens met een organisatie naartoe reist krijg je constant stickers op je borst geprikt met daarop het logo van de maatschappij. Dus met de stickers op de borst liepen we naar de hal toe waarna we verwezen waren. Daar troffen we een hele groep chinezen aan met ook die stickers, zij het in verschillende kleuren. De kleuren bleken te corresponderen met de bestemming waar je heen wilde.

Eenmaal in de bus maakten we voor het eerst kennis met het landschap van Hong Kong. De eerste minuten zaten we ademloos naar buiten te staren, nergens huizen of andere laagbouw te vinden. Waar je ook keek stonden enorme flats en wolkenkrabbers, gebouwd in een bergachtig landschap.
Hoe dichter we richting centrum reden, hoe hoger en mooier de gebouwen werden.
In een zijstraat van Nathan road zat ons hotel. Een zeer luxe hotel met alles erop en eraan.

Toch wel moe van de vliegreis, zijn we eerst een paar uur gaan slapen en hebben ‘s avonds op Nathan road gegeten en daar wat rondgelopen.
Wat ons eigenlijk gelijk opviel is dat Hong Kong zeer schoon en netjes is. Nergens lag straatvuil, nergens breek-je-nek-bestrating maar nette stoepen en wegen en nergens straatstalletjes. In het verkeer geen knetterende brommertjes, maar auto’s en taxi’s met daartussen af en toe een verdwaalde fietser. De afwezigheid van bomen werd flink gecompenseerd door de overal aanwezige reclameborden, met vooral veel neonverlichting. ‘s Avonds een mooi gezicht. Ook de afwezigheid van fiets- en brommertaxi’s viel op. Tevens zagen we nog overal de Engelse invloeden terug, in de dubbeldekkerbussen (Inmiddels wel vervangen door modernere versies), dubbeldekkertrams en iedereen spreekt engels.

De bekende dubbeldekker

De winkeltjes daarentegen waren een grote verscheidenheid van modewinkels, restaurants en kruidenwinkeltjes. In deze winkels stonden de wanden vol met grote potten met daarin de meest ondefinieerbare kruiden en geneeskrachtige spullen.
Al rondlopend op onze eerste avond in Hong Kong was onze conclusie dat het een geweldige stad is en terwijl zoonlief in bed lag te slapen zaten we op de andere hoek van het bed, al turend op de kaart, plannen te maken voor de volgende dag.


Avonduitzicht van onze kamer